Begin juni werd in Zandhoven door de burgemeester de symbolische eerste steen gemetseld van het nieuwe vrijetijdscentrum. Hoewel in het bijzijn van een hele reeks genodigden, waren de gemeenteraadsleden van de oppositie, die dit project toch mee goedkeurden, weerom niet uitgenodigd.
Volgens de verklaringen van de burgemeester in de pers zou de aanbestedingskost een miljoen euro hoger liggen dan het geraamde kostenplaatje van 4,7 miljoen euro. Dit door de vertraging wegens de coronapandemie. De prijs komt dit dan neer op ongeveer 5,7 miljoen euro, terwijl we in de pers vernamen dat de kostenraming nu al zou oplopen tot 7 à 8 miljoen euro, zogenaamd door de stijgende bouwmateriaalprijzen. Volgens de bevoegde schepen zouden we voorlopig volledig op raming zitten. Dus dan op 7 à 8 miljoen ?
De bouw werd door het schepencollege vele maanden uitgesteld, omdat men verwachtte dat de materiaalprijzen na de coronapandemie zouden dalen. Wij hebben nog niet dikwijls geweten dat materiaalprijzen dalen.
De vermoedelijke waarheid voor het uitstel is echter zoals de burgemeester zich tegenover de pers al versproken heeft: werd de bouw niet uitgesteld omdat men juist voor de gemeenteraadsverkiezingen van oktober volgend jaar met de opening van een heel duur paradepaardje zou kunnen pronken ?